Windsurf disciplines
Welke windsurf disciplines zijn er tegenwoordig allemaal in het windsurfen? Er is namelijk meer mogelijk dan simpelweg heen-en-weer surfen.
Windsurfen behoort tot de zogeheten ‘funsporten’. Lekker heen en weer cruisen met 25 graden, een sprongetje, een draaitje of keihard knallen tijdens een herfststorm. Niks moet en alles mag. Geen trainingen, geen verplichtingen, gewoon lekker ‘fun’ hebben op de windsurfplank als jij daar zin in hebt. Maar misschien wil je wel iets meer…misschien wil je jezelf wel meten met anderen of wil je op zoek naar je persoonlijke grenzen? Dan zijn er binnen het windsurfen verschillende mogelijkheden. Of misschien wil je wel meer weten over de verschillende soorten windsurfmateriaal en waarom ze er specifiek ‘zo’ uit zien. Lees dan dit artikel.
De verschillende windsurf disciplines:
In de categorie ‘Race’ vinden we de volgende wedstrijd windsurf disciplines:
- Olympische klasse
- Slalom
- Speed
- Foil
In de categorie ‘Expressie’. vinden we de volgende wedstrijd windsurf disciplines:
- Wave
- Freestyle
Laten we ze eens wat nader bekijken.
Olympische klasse

Sinds 2006 was de RS:X de Olympische klasse. Vanaf 2024 was de iQFOIL de Olympische klasse. Het grootste verschil met de overige klassen is dat dit een zogenoemde ‘one-design’ klasse is. Dat betekent dat iedereen op hetzelfde materiaal surft. Dus voor het board, de mast, giek en foil is de materiaalkeuze niet vrij. Door iedereen hetzelfde materiaal te geven, gaat het echt om wie de beste surfer is en niet om wie het beste materiaal heeft. Dat is één van de voorwaarden die het Olympische Comité stelt aan alle zeilklassen (en daar valt het windsurfen onder). Een andere voorwaarde is dat er ‘altijd gesurft kan worden’, hoe zwak de wind ook is. Men wil natuurlijk niet het risico lopen dat ze tijdens de Olympische Spelen door gebrek aan wind geen uitslag hebben. Dus moet het een board en zeil zijn dat al met windkracht 2 goed vooruit komt. Vandaar dus het foil board. Alle surfers starten tegelijk. Tenzij er heel veel surfers zijn, dan wordt er gestart in twee groepen. Vanaf de startlijn moeten de surfers eerst tegen de wind in om bij de eerste boei te komen. Dit is erg tactisch en hier kun je veel winnen of verliezen. Verder zitten er altijd halve- en voordewindse rakken in deze baan. De persoon die als eerste over de finish komt, wint. Zo zijn er meerdere races. In de voorrondes mag je het slechtste resultaat wegstrepen. De top 10 gaat daarna door naar de kwart finale en daarna vallen er elke race een aantal surfers af tot de 3 beste de finale surfen. De laatste decennia hebben de Nederlanders het erg goed gedaan op de olympische Spelen in het windsurfen.
2012 en 2016 won Dorian Van Rijsselberghe goud in de RS-X klasse
In 2021 won Kiran Badloe ook goud in dezelfde klasse
In 2024 won Luuk Vanopzeeland brons in de iQFOIL klasse.
Slalom Vin

Bij een flinke wind wordt er vaak een slalom gevaren met een vin… Er wordt ruime wind gesurft met gijps rond de boeien. Hierdoor ligt de snelheid heel hoog en ziet een slalom race er heel gaaf uit. Meestal worden de deelnemers verdeeld in groepjes van zo’n acht man. Die mogen het dan uitvechten. De vier surfers die het eerste bij de finish zijn, gaan door naar de volgende ronde en mogen het opnemen tegen de vier snelsten van de andere heat. Zo vallen er in elke ronde surfers af, net zo lang tot er nog acht surfers over zijn die de finale varen. Het is een afvalsysteem net als bij tennis. Indien de wind het toelaat na de eerste eliminatieronde, wordt er opnieuw gestart met een slalom eliminatie. Net zolang tot de wind op is of het event klaar. De slechtste resultaten mogen weer worden weggestreept.

Het hoogste slalomniveau vind je in de World Tour van de Professional Windsurfers Association (PWA). Die tour bestaat uit meerdere events verspreid over het hele jaar over de hele wereld. Ook is er een WK (en EK), maar in deze events wordt er in één week gestreden om de titel. Qua ‘eer en roem’ staan deze events lager aangeschreven dan de PWA World Tour. Ook in Nederland wordt er gestreden om de NK titel. Bij weinig wind wordt er Foil Salom gevaren, neemt de wind toe dan wordt er Vin slalom gevaren. Iets onder het niveau van het NK staan de regio cups. Deze events zijn iets toegankelijker en goede amateur surfers kunnen hier op een relaxte manier wedstrijdervaring opdoen. Het slalom format wordt ook vaak gebruikt tijdens jeugd en fun wedstrijden als DAM-X op de Brouwersdam en The Realtrip in Makkum.
Speedsurfen

Bij het Speedsurfen is het de bedoeling om gewoon zo hard mogelijk te surfen. Een harde wind en vlak water zijn dus essentieel. Er wordt een baan uitgezet van 500 meter en door middel van video timing wordt je snelheid over die 500 meter gemeten. De bedoeling is dat je op topsnelheid over de startlijn gaat en dat natuurlijk 500 meter vasthoudt. Om iedereen een even grote kans te geven, is er maar één surfer tegelijk op de baan. Helaas kun je de perfecte windkracht en windrichting niet ver van te voren zien aankomen, dus is het erg lastig om een wedstrijd met recordomstandigheden van te voren te plannen. Daarom zijn de speedwedstrijden vaak op afroep. Het speedsurfen is de laatste jaren echter heel populair geworden door de komst van de GPS. Met dit apparaatje om je arm kun je overal ter wereld je snelheid meten. Een groep Nederlandse speedsurfers hebben www.gps-speedsurfing.com ontworpen, waarop je de gevaren snelheden kan posten. Op die manier kun je jouw snelheden vergelijken met die van je maatjes op de lokale plas, maar je kunt ook proberen de hoogste snelheid van het jaar, over de hele wereld, neer te zetten. Er zijn verschillende onderdelen waarop je kunt scoren. Bijvoorbeeld je snelste twee seconden, je snelste 100 meter, je snelste nautische mijl, je snelste uur, enz. De vijf keer tien seconden run wordt wel gezien als belangrijkste graadmeter. Wil je hierin bovenin de ranking meedoen, dan zal je vijf runs van tien seconden moeten hebben (op één dag), waarin je 90 km per uur of harder gaat! Op deze manier worden er ook NK’s en ‘Fun speed meetings’ gevaren. Je hebt dan een hele dag om je snelste tijd neer te zetten op een bepaalde surf spot. Aan het einde van de dag levert iedereen zijn GPS in, worden ze uitgelezen door de computer en komt de winnaar met de hoogste gemiddelde snelheid eruit rollen. De top van het (GPS) speedsurfen wordt gedomineerd door grote mannen van 100 kg. Maar het leuke is dat iedereen zijn persoonlijke uitdaging aan kan gaan. Misschien wil je met je GPS alleen je eigen persoonlijke resultaten verbeteren? Misschien wil je een wedstrijdje aangaan met je surfmaatje? Misschien wil je kijken wie er die dag op de lokale plas het hardst gaat? Het zijn slechts enkele voorbeelden van alle mogelijkheden.
Foil

De boards, de zeilen en ook de wedstrijdbanen lijken sterk op Vin Slalom. Maarrrrr.. in plaats van een vin zit er een grote draagvleugel onder het board. Hierdoor komt het board uit het water en vlieg je door de lucht. Bij weinig wind zijn de snelheden van een Foil hoger dan bij een vin. En het ziet er ook nog eens heel spectaculair uit als je 10 man boven het water ziet ‘vliegen’. Een klein misverstand is dat ‘Foilen’ sneller is dan ’traditioneel windsurfen’. Zo’n draagvleugel heeft best wel wat weerstand. Dus met windkracht 9 is een traditioneel speed board met traditioneel klein vinnetje sneller dan een foil. Maar Foilen is verslavend. Het geruisloos zweven boven het water werkt bijna therapeutisch. Naast dat je met weinig wind dus sneller bent dan traditioneel windsurfen heb je ook niet zo’n groot zeil van 10 vierkante meter nodig. Dat scheelt dus weer een zeil, mast en giek.
Waar het bij de bovenstaande disciplines om snelheid en tactiek gaat, zijn sprongen en tricks bij de onderstaande twee wedstrijdvormen het belangrijkste.
Wave

Een ‘wave’ contest wordt natuurlijk gevaren in de golven. Het liefst golven van een metertje of drie en goede windkracht 6. Maar meer is ook welkom. De deelnemers worden door een jury beoordeeld op hun sprongen op het moment dat ze naar ‘buiten’ varen en op hun golfritten op het moment dat ze weer terug naar de kant surfen. Van tevoren wordt vastgelegd hoe lang de ‘heat’ duurt, dus hoe lang ze de tijd hebben om hun kunsten aan de jury te tonen. De duur van een heat ligt tussen 15 en 40 minuten, afhankelijk van de omstandigheden. Het aantal golfritten en sprongen dat de jury beoordeeld, is ook afhankelijk van de omstandigheden. Als de golven heel goed zijn en de wind wat minder, kan de jury beslissen niet naar de sprongen te kijken, maar alleen naar de beste twee golfritten. Is de wind heel goed en de golven wat minder, dan kan de jury beslissen dat de beste drie sprongen meetellen en slechts één golfrit. Natuurlijk wordt dit verteld aan de deelnemers voordat ze het water op gaan. Meestal gaan er twee surfers tegelijk het water op. De surfer met de beste moves gaat door naar de volgende ronde. Het kan ook zijn dat er vier surfers tegelijk het water op gaan, dan gaan de beste twee door naar de volgende ronde en zijn de andere twee klaar. De winnaars gaan steeds door naar de volgende ronde tot de besten tegenover elkaar staan in de finale. Indien er na deze eerste ‘enkele eliminatie’ nog wind en golven zijn, wordt er een ‘dubbele eliminatie’ gestart. In de dubbele eliminatie krijgt iedereen nog een kans. Ben je er in de ‘enkele’ in de eerste ronde uitgevlogen, dan mag je als eerste aan de bak in de ‘dubbele’. Win je, dan mag je het opnemen tegen de mensen die er in de tweede ronde uitvlogen. Zo kan het zijn dat je alsnog in de finale komt tegen de winnaar van de enkele eliminatie. Win je die? Dan staat het 1-1 en mogen jullie nog een keer aan de slag om de echte winnaar aan te kunnen wijzen. Een dubbele eliminatie kost behoorlijk veel tijd en meestal is hierna het event klaar.
Het Nederlands kampioenschap wordt op deze manier in één dag gesurft, meestal is er maar tijd voor een enkele eliminatie. Regelmatig gebeurt het ook dat er een jaar geen NK Wave wordt gesurft, omdat er op de afgesproken dagen geen goede golven en wind zijn. Op het allerhoogste niveau van de PWA gaat de tour langs plaatsen als Hawaii en Gran Canaria, maar ook Duitsland en Denemarken staan in de agenda. Alle uitslagen worden dan bij elkaar opgeteld aan het einde van het jaar en het slechtste resultaat mag worden weggestreept, waardoor de winnaar bovenaan komt staan. Wil je meesurfen in de ‘wave’ top? Verhuis dan maar naar Zuid-Afrika of Hawaii. Meer lef dan verstand helpt ook om dubbele front loops te maken met windkracht 8, tien meter boven het water.
Freestyle

De andere ‘expressie’ discipline binnen het windsurfen is de ‘Freestyle’. Mensen die niet op Hawaii of in Australië woonden maar aan een Alpenmeer in Oostenrijk, wilden ook truckjes doen in plaats van hard heen en weer varen op een slalom of foilboard. In het begin kon de ‘oude wave garde’ nog aardig meedoen met een sprongetje en een loopje. Maar al snel namen kids van 15 tot 25 jaar de macht over. Voor deze discipline moet je vooral licht (70-80 kg), niet te lang (170-180 cm) en vooral heel explosief zijn. Maandelijks, wekelijks werden er nieuwe tricks bedacht door deze kids uit met name het Caribisch gebied. In een paar jaar tijd ontwikkelde deze discipline van ‘truukjes doen’ tot ‘acrobatiek van het hoogste niveau’. Het verschil met wave is dat de tricks minder hoog zijn bij freestyle, maar veel technischer. Net als bij een wave contest wordt je door een jury beoordeeld op je moves. De tijd die je daar voor hebt is wel wat korter, meestal zes minuten. Op het hoogste niveau van de PWA wordt er gekeken naar de beste 6 moves. Maar de heattijd en het aantal moves kunnen worden aangepast aan de omstandigheden. Het enkele- en dubbele eliminatie verhaal van de wave werkt hetzelfde in de freestyle
Wedstrijdje meedoen?
Wil je een keer een wedstrijd meedoen? De slalom wedstrijden zijn het meest toegankelijk. Schrijf dan in voor een lokaal evenement als The Real Trip of een Regio Cup. Neem een rol duck tape mee om een nummer in je zeil te plakken, zodat je herkenbaar bent op het water. Wil je mee strijden om de Nederlandse titel, dan moet je lid worden van een surfclub en van het Watersportverbond zodat je een officieel zeilnummer krijgt.
Meer info:
Professional Windsurfers Association
Zo, dat was een heel verhaal over ‘wedstrijdvormen’. Ik hoop dat ik het één en ander heb kunnen verduidelijken. Misschien wil je wel eens een wedstrijdje meedoen? Het motiveert namelijk enorm om andere (betere) surfers aan het werk te zien en je leert er heel veel van. De Nederlandse toppers zijn heel toegankelijk en als je een vraag hebt, zullen ze je er graag mee helpen (mits je die vraag niet één minuut voor hun finale heat stelt 😉 ).
Maar vergeet niet…windsurfen is een funsport, dus plezier is het aller belangrijkste!
Dit is deel 1 van een trilogie. Lees ook: Soorten windsurf materiaal (deel 2) en Windsurf materiaal tunen (deel 3).
Enjoy!
Niek
P.S. Kun je wel wat hulp gebruiken om je windsurf skills te verbeteren? Speciaal voor de gevorderde windsurfer organiseren wij Windsurf clinics.